Ontstaan van de Stchting Vrienden van de
Scheepjeskerk
Eind 1999 verscheen er een artikel in het Leidsch Dagblad waarin verslag werd gedaan
van een gemeente-raadsvergadering. De Heer H. Démoed maakte er toen melding van dat
het kerkbestuur overweegt een van de twee kerkgebouwen af te stoten. Wij, parochianen
vonden dat geen manier van doen, verbisterd waren we dat we zoiets belangrijks via een
gemeenteraadslid en dan nog uit de krant moesten vernemen.
Naar aanleiding van dit kranten verslag is er een beweging in gang gezet en uiteindelijk is
daaruit de groep “Vrienden van de Bernarduskerk” ontstaan. Actief vanaf het eerste begin
waren:Jan Wesselingh, Arie de Jong, Huib verdegaal, Henk de Boer en Nico Wesselingh.
Later hebben anderen zich hierbij aangesloten. Er is een gemeenschappelijk streven: Het
behouden van de Bernarduskerk voor zowel parochiële als maatschappelijke activiteiten.
Uiteindelijk heeft het geresulteerd in de opricht van de stichting Vrienden van de
Scheepjeskerk.
Motivatie
Elk gebouw is het resultaat van en zo ook verbonden aan een periode in de
geschiedenis. Elk gebouw draagt daarvan de lusten en lasten, maar ook de
schoonheid en historie met zich mee. Een gebouw is meer, en soms veel meer
dan de bouwmaterialen waaruit het is ontstaan. Dat geldt heel speciaal voor
kerkgebouwen, gebouwen waar vele generaties hun geluk maar ook hun verdriet
hebben beleeft; “Geen stapel stenen. Onze kerk is gebouwd van stenen die
doordrenkt zijn van hoop, liefde, geloof, teleurstelling, verdriet. De stenen
worden bijeengehouden door het cement van de emoties van onze voorouders,
de huidige mensen en daarmee ook de toekomstige generatie.”
De muren zijn als het ware doordrenkt van tranen, vreugde tranen maar ook de
tranen van verdriet. Het is wat al te makkelijk te genieten van een gebouw, maar
als dit gebouw een last wordt het dan domweg af te stoten of te slopen. Gelukkig
vinden veel mensen in Nederland dat we inderdaad moeite moeten doen om deze
historie te bewaren en gelukkig is er ook het geld om dit te bewaren. Een
kerkgebouw heeft vaak een extra plaatselijke dimensie. Voorouders van de huidige parochianen hebben het geld bij elkaar
gebracht en het laten bouwen. De kerk is ons nagelaten als erfgoed en we hebben de plicht dit te beheren, te behouden en
te onderhouden.
Geld en geld
Geld is een steeds terugkerend argument in de discussies over het voorbestaan van het kerkgebouw. Hert gaat dan over
twee soorten geld. Er is het geld dat je kan overhouden als je het terrein kan “ontwikkelen” zoals dat zo mooi heet. Drijvende
kracht hierachter is geld, men wil er wel iets aan verdienen. En dat verdienen is weer markt en conjunctuur afhankelijk. In de
katholieke kerk is het wat dat betreft niet anders. Kerken zijn eigendom van de parochies maar uiteindelijk heeft het bisdom
de macht. De kerkgang binnen met name de katholieke kerk loopt hard terug. De kerkelijke bezittingen zijn voornamelijk
bijeengebracht door giften (collectes en legaten) die nu via de verkoop van onroerend goed en door projectontwikkeling
gebruikt owrden om de kerkelijke organisatie in stand te houden. Dat is nodig zegt men binnen de kerk. Wij zouden echt niet
weten waarom er, nu het aantal actieve kathiolieken is gedecimeerd bijvoorbeeld nog steeds evenveel bisschoppen nodig zijn
als zeg 50 jaar geleden.
Het tweede soort geld
Het tweede soort is het “niet haalbaar” geld, geld dat nodig is om om bij voorbeeld de Scheepjeskerk in stand te houden en
waarvan men dan zegt “niet haalbaar, lukt toch niet”. Dit is gewoon niet waar!!! Een goed verhaal, een goed plan en actie,
dat is nodig. Kijk om je heen en zie dat het altijd lukt. Bijvoorbeeld de Hervormde kerk in Koudekerk aan den Rijn en nu weer
de Meerburg kerk. Daar komt veel geld binnen. Het gaat erom wat en hoe je het organiseert. Kan je aan mensen geld vragen
zonder te garanderen dat het wordt gebruikt waarvoor het is gegeven, ook in de verre toekomst? Dat is toch wel het minste,
borgen dat het geld dat je vraagt en wat men geeft op de afgesproken plek komt en blijft.
Ondertekening oprichtingsacte van de stichting
Vrienden van de Scheepjeskerk in 2005